De luchtdruk heeft een grote invloed op het aasgedrag van de karpers. Slechts weinig karpervissers houden rekening met deze veranderingen.

Hoge luchtdruk
Ook bekend als anti-cyclonen. De kenmerken zijn een heldere hemel en weinig of geen wind. In de zomer kan dit snikhete dagen betekenen. In de winter daarentegen gaan koude dagen en vriesnachten met deze luchtdruk gepaard. Voor de gewone standaard bodemvisserij zijn dit geen ideale omstandigheden.

Lage luchtdruk
Ook bekend als depressies. Kenmerkend zijn hier een betrokken hemel, zachte zuidwestenwind en veel regen. Deze omstandigheden zetten de karpers eerder aan tot azen. Een toename van het zuurstofgehalte in het water, waterturbulentie en minder licht zijn hier niet vreemd aan.
Natuurlijk ligt tussen deze twee uitersten een oneindig aantal variaties. Maar ik denk dat het juist is om te zeggen dat in de meer productieve maanden, zoals van april tot oktober, perioden van lage of dalende luchtdruk betere omstandigheden inhouden dan perioden van hoge of stijgende luchtdruk.